Algemene ondersteuning

Basisadministraties
Het gebruik van de BAG (Basis Administratie Gebouwen) is een wettelijke verplichting. De BAG wordt gebruikt voor interne gemeentelijke afnemers als Belastingen en Onderzoek & Statistiek Groningen en externe gemeentelijke afnemers als het Kadaster, de Belastingdienst en de Kamer van Koophandel). De gemeente heeft te maken met veranderende en strengere landelijke wetgeving op het gebied van de uitvoer van de taken in het kader de BAG. In combinatie met het verder geautomatiseerd laten verlopen van koppelingen tussen systemen leidt dat tot een situatie waarin de gemeente Groningen een aanzienlijke inspanning moet leveren om de gegevens in de BAG op het juiste niveau te krijgen en te houden en op de juiste interactieve manier ter beschikking te stellen. Voor het kunnen voldoen aan de wettelijke taken is in de periode 2015-2017 jaarlijks 600 duizend euro extra benodigd.

Frictiekosten bezuinigingen
Ieder bezuinigingstraject op formatie gaat gepaard met frictiekosten, aangezien het tijd kost medewerkers te herplaatsen binnen of buiten de organisatie. Onder frictiekosten verstaan we doorlopende loonkosten inclusief overheadkosten. De frictiekosten voor de periode 2014-2018 hebben we bepaald op 32,7 miljoen euro[1]. Bij de begroting 2014 is 13,7 miljoen euro beschikbaar gesteld in 2014, 7,2 miljoen euro in 2015, 7,3 miljoen euro in 2016, 3,4 miljoen euro in 2017 en 1,1 miljoen euro in 2018.
Op basis van de huidige inzichten blijkt dat de eerstkomende jaren minder budget benodigd is voor frictiekosten dan waar in de meerjarenbegroting rekening mee is gehouden. In 2016 laten we daarom 2 miljoen euro vrijvallen, in 2017 1,5 miljoen en in 2018 3 miljoen euro (zie ook het hoofdstuk ‘Dekkingsmogelijkheden’). Indien noodzakelijk vullen we dit in latere jaren weer aan.

Invoering Vennootschapsbelasting Overheden met ingang van 2016
De wet op de Modernisering VpB-plicht overheidsondernemingen wordt van kracht per 1 januari 2016. Dit betekent dat de gemeente Groningen vanaf het boekjaar 2016 VpB-plichtig zal worden voor resultaten uit overheidsondernemingsactiviteiten. De eerste aangifte zal in 2017 moeten worden gedaan over het kalenderjaar 2016. Ter voorbereiding op de invoering van de VpB-plicht is sinds eind 2014 een programmamanager aangesteld met als opdracht de voorbereiding van de implementatie van de nieuwe wet voor de gemeente. Bij de jaarrekening 2014 is besloten om 700 duizend euro beschikbaar te stellen voor incidentele kosten in 2015 en begin 2016. Voor het vervolg van de invoering zijn structureel extra middelen benodigd. Op grond van ervaringscijfers bij de invoering van de VpB-plicht voor woningcorporaties gaan we vooralsnog uit van een structureel benodigde capaciteitsuitbreiding van 5 fte en een budget voor inhuur van externe fiscale deskundigheid. In 2016 is een bedrag benodigd van 375 duizend euro, vanaf 2017 structureel 450 duizend euro. In het eerst half jaar is onderzocht welke mogelijke activiteiten voldoen aan de criteria voor de belastingplicht en in de periode augustus-december wordt de impact van de vennootschapsbelasting op deze activiteiten nader geanalyseerd moment is nog geen indicatie te geven van de omvang van eventueel verschuldigde VpB over gerealiseerde resultaten uit ondernemingsactiviteiten. Naar verwachting zal eind 2015of begin2016 hierover meer duidelijkheid ontstaan

[1] Hierbij gaan we uit van de start van herplaatsing op 1 januari 2014 en gemiddelde kosten per fte van 80 duizend euro per jaar. Voor de uitstroom gaan we uit van 35% in het eerste jaar, 75% in het tweede jaar, 90% in het derde jaar en 100% in het vierde jaar.