Berekening weerstandsvermogen
Definitie weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de benodigde weerstandscapaciteit op basis van de ingeschatte risico’s - en de beschikbare weerstandscapaciteit - de middelen die beschikbaar zijn om eventuele tegenvallers op te kunnen vangen. In schema is dit als volgt weergegeven:
De benodigde weerstandscapaciteit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. Dit drukken wij uit in een ratio.
Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen, dient te worden vastgesteld welke ratio de gemeente Groningen nastreeft. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van onderstaande waarderingstabel.
Voor de lange termijn streven wij ernaar dat het beschikbare weerstandsvermogen ten minste gelijk is aan het benodigde weerstandsvermogen (1,0). Voor de korte termijn willen we een score van 80% realiseren. Dit staat gelijk aan een ratio van 0,8.
In de begroting 2016 wordt voorgesteld het weerstandsvermogen in 2016 aan te vullen met 18 miljoen euro. In de begroting 2015 is hiervoor al 14,4 miljoen euro gereserveerd.
We stellen de volgende dotaties aan de reserves voor:
- Reserve grondzaken 15,4 miljoen euro.
- Reserve WMO 1,8 miljoen euro
- Algemene Egalisatie reserve 0,8 miljoen euro.
In de berekening van het weerstandsvermogen is met de toename van 18 miljoen euro in 2016 rekening gehouden.
In deze begroting 2016 vergelijken we het weerstandsvermogen met het weerstandsvermogen uit de rekening 2014.
Op basis van de actuele inschatting van de risico’s en reserves in het weerstandsvermogen in deze begroting komt het weerstandsvermogen uit op een ratio van 87%. Dit is gelijk aan de ratio in de rekening 2014. De risico’s zijn ten opzichte van de rekening 2014 wel verhoogd met 17,4 miljoen euro. De belangrijkste veranderingen worden toegelicht bij het onderdeel benodigde weerstandscapaciteit. Omdat ook het beschikbare weerstandsvermogen in de begroting 2016 ten opzichte van de rekening 2014 is verhoogd met 15,5 miljoen euro blijft de ratio hetzelfde. De verhoging wordt toegelicht in onderdeel beschikbare weerstandscapaciteit. Om een score van 1,0 in 2016 te realiseren is bovenop de aanvulling van 18 miljoen euro een aanvulling van ruim 27 miljoen euro nodig.
Bij het bepalen van het weerstandsvermogen houden we rekening met lopende projecten, waar uw raad een besluit over heeft genomen en waar een uitvoeringskrediet voor is vastgesteld. Achterliggende gedachte is dat we bij nieuwe projecten risico’s kunnen vermijden door het project niet uit te voeren. In het kader van de aanscherping van het risicomanagement anticiperen we bij de berekening van het weerstandsvermogen wel op de effecten van nieuwe (grote) projecten op het weerstandsvermogen. Zo hebben we een inschatting gemaakt van het risico bij de investeringen in geothermie en hiervoor middelen gereserveerd die kunnen worden toegevoegd aan het weerstandsvermogen bij een besluit om te investeren in geothermie.
Voor het project Zuidelijke Ringweg is geen risico in het weerstandsvermogen opgenomen. Het beschikbare budget voor dit project bestaat uit Rijksmiddelen (200 miljoen euro prijspeil 2007) en een bijdrage uit de RSP middelen (424 miljoen euro prijspeil 2007). Aan de hand van de geïdentificeerde risico’s, zijn beheersmaatregelen genomen. Daarnaast is binnen het projectbudget een post onvoorzien opgenomen, waarmee de geïnventariseerde projectrisico’s kunnen worden opgevangen.
Het uitgangspunt bij de uitvoering van het project is dat het budget taakstellend is. Eventuele meerkosten moeten dus in eerste instantie worden opgevangen binnen het beschikbare budget. Dit kan ten koste gaan van bepaalde wensen binnen het project. In het geval dat dit niet (meer) mogelijk is, komen eventuele extra kosten ten laste van het RSP convenant.
Voor de aardbevingen hebben we geen risico opgenomen. In onze brief van 10 februari 2015 hebben we uw raad geïnformeerd over de stand van zaken betreffende de gevolgen van de aardgaswinning voor de regio Groningen. In een aanvullend bestuursakkoord is afgesproken dat de gevolgen van de aansprakelijkheid van de provincie, gemeenten of derde partijen zoals woningcorporaties en schoolbesturen niet voor hun rekening en risico kunnen komen indien aardbeving-gerelateerd en onverlet latend de normale zorgplicht van deze partijen. De kosten van de aansprakelijkheid worden in dat geval gezien als kosten voor schadeherstel. Ook is in het aanvullend bestuursakkoord opgenomen dat een gezamenlijk onderzoek zal worden verricht naar de effecten van de gaswinning op de financiële huishouding van gemeenten, provincie en waterschappen in het gebied, dat moet leiden tot aanbevelingen en maatregelen om optredend nadeel voor deze overheden weg te nemen.