Berekening emu-saldo

Gemeenten moeten in hun begroting een berekening opnemen van het zogenoemde EMU-saldo, en wel voor drie jaren: een raming voor het begrotingsjaar zelf (2016), een prognose voor het vorig begrotingsjaar (2015) en een raming voor het jaar volgend op het begrotingsjaar (2017).

Toelichting:
Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMU-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Van dit maximale tekort van 3% van Nederland is 2,5% voor de rijksoverheid en 0,5% voor de decentrale overheden. De EMU-systematiek werkt evenwel op een andere manier dan het baten-lastenstelsel dat decentrale overheden hanteren. Investeringen en uitgaven die worden gedekt uit reserves tellen bijvoorbeeld niet mee in de uitkomst in het baten-lastenstelsel, maar tellen wel door in het EMU-saldo. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben. Het EMU-saldo voor Groningen voor 2016 komt uit op -45,6 miljoen euro. Het betekent dat in EMU-termen de uitgaven 45,6 miljoen euro groter zijn de inkomsten.

Om hun EMU-saldo te kunnen monitoren worden voor gemeenten en provincies jaarlijks individuele EMU-referentiewaarden gepubliceerd.Het EMU-saldo voor de decentrale overheden in 2016 bedraagt-/-0,4% BBP. Het rijk is verder met de decentrale overheden overeengekomen dat gedurende deze kabinetsperiode bij overschrijding van de -0,5 procent BBP geen sancties zullen worden toegepast.