Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door:
- de verwachte impact van de aanwezige risico’s;
- de gewenste mate van zekerheid dat de risico’s kunnen worden opgevangen;
- de mate waarin de risico’s al op andere wijze zijn afgedekt.
De risico’s zijn geïnventariseerd en de omvang van het risico (bedrag in euro’s) is geschat. Bij het inschatten van risico’s wordt gewerkt met bandbreedtes (intervallen). Het risico wordt in euro’s aangegeven in vier intervallen, per interval wordt een kans aangegeven. Deze inschatting geeft aan wat de kans is dat het risicobedrag binnen het interval valt. Vervolgens is een schatting gemaakt van de kans van optreden van het risico. De weging van het risico met de kans van optreden leidt tot het geschatte risicobedrag. In de praktijk zien we dat deze manier van inschatten van de risico’s ook tot onduidelijkheid kan leiden. Bij de actualisering van het weerstandsvermogen zullen we daarom ook kijken naar de wijze van het bepalen de risico’s.
De risico’s van de grondexploitaties worden volgens de risicoboxenmethode berekend en integraal in de benodigde weerstandscapaciteit opgenomen. Binnen de risicoboxenmethode is een verfijning aangebracht met betrekking tot aanbestedingsrisico’s, grondprijzenrisico’s, boekwaarden en alternatieven binnen een project. Zie hiervoor de Kadernota Weerstandsvermogen en Risicomanagement in 2011
Omdat de kans klein is dat áls de risico’s zich daadwerkelijk voordoen, dit allemaal tegelijkertijd gebeurt, corrigeren we de totaaltelling met een waarschijnlijkheidsfactor van 90%.
De benodigde weerstandscapaciteit is 208,7 miljoen euro en neemt ten opzichte van de risico’s in de rekening 2014 toe met 17,4 miljoen euro.
De belangrijkste veranderingen zijn:
- Stijging risico grondexploitaties inclusief Meerstad met 6,1 miljoen euro;
- Stijging risico vernieuwing sociaal domein met 8,4 miljoen euro;
- Stijging risico parkeerbedrijf met 0,6 miljoen euro;
- Daling risico Sontwegtracé met 0,4 miljoen euro;
- Vervallen risico bezwaarprocedures bouwleges met 0,5 miljoen euro;
- Vervallen risico huisvestingskosten brandweer met 0,4 miljoen euro;
- Opname risico vennootschapsplicht (Vpb) voor overheidsbedrijven van 1,4 miljoen euro;
- Opname risico individueel keuzepakket gemeenteambtenaren van 2,9 miljoen euro;
- Overige veranderingen verklaren de rest (-0,7 miljoen euro).
De volgende risico’s zijn ten opzichte van de rekening 2014 opgenomen of vervallen:
Opgenomen:
- Risico vennootschapsplicht (Vpb) voor overheidsbedrijven;
- Risico Individueel keuzepakket gemeenteambtenaren
De risico’s die zijn vervallen zijn:
- Risico huisvestingskosten brandweer;
- Risico bezwaarprocedures bouwleges.