Risico beheer
Dit onderdeel geeft een samenvatting van het risicoprofiel van de organisatie. Ook wordt ingegaan op de gegevens die uit hoofde van de Wet Fido voor de toezichthouder nodig zijn.
Limieten financiering
Ter beperking van renterisico’s gelden voor zowel de korte als de lange geldpositie limieten. Het betreft hier wettelijke limieten en eigen limieten. De limieten zijn omschreven in het Treasury Statuut.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is een wettelijke limiet en bepaalt de maximale omvang van de externe kortgeld-positie in enig jaar. De zogenaamde netto vlottende schuld van de gemeente mag maximaal 8,5% bedragen van het begrotingstotaal van de gemeentebegroting. Daarboven moet lang geld worden aangetrokken. In modelstaat A bij onderdeel 5 wordt de verwachte omvang van de vlottende middelen voor vier kwartalen getoetst aan de wettelijke limiet. De kasgeldlimiet komt voor 2015 op 83 miljoen euro uit.
Drempelbedrag schatkistbankieren
Decentrale overheden zijn verplicht om hun overtollige middelen in 's Rijks schatkist aan te houden. Om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen is er een drempelbedrag, afhankelijk van het begrotingstotaal, dat buiten de schatkist mag worden gehouden. Het drempelbedrag is gelijk aan 3,75 miljoen euro plus 0,2% van het begrotingstotaal dat de 500 miljoen euro te boven gaat.
Korte Mismatch-limiet
Gedurende het jaar wordt een deel van de kortlopende middelen gebruikt voor dekking van het lange financieringstekort. Dit is voordelig omdat het korte rentepercentage over het algemeen lager is dan het lange rentepercentage. Deze korte mismatch financiering leidt tot een vergroting van het renterisico. Het risico is dat de lange rente gaat stijgen en dat nieuwe consolidatieleningen moeten worden aangetrokken tegen hogere rentetarieven. Om dit risico te beperken mag maximaal 17,5% van de netto vaste schuld met kort geld worden gefinancierd. Dit bedrag wordt nog verhoogd met het structureel deel aan kort beschikbaar vermogen. Voor de begroting 2016 is de korte mismatch limiet becijferd op 153 miljoen euro.
Renterisiconorm
De renterisiconorm is ook een wettelijke limiet en beperkt de vaste schuld die in enig jaar voor aflossing of renteherziening in aanmerking komt tot 20% van het begrotingstotaal. In Modelstaat B wordt het renterisico op de vaste schuld berekend voor een periode van vier jaar. Uit de berekening blijkt dat de renterisico’s op de vaste schuld de komende vier jaren ruim onder de wettelijke norm blijven.
Lange mismatch-limiet
Van de korte vermogensbehoefte mag een bedrag tot maximaal 5% van de netto opgenomen vaste schuld met langlopende leningen worden gefinancierd.
Vervroegde aflossing langlopende leningen
In de begroting wordt jaarlijks een overzicht opgenomen van leningen met een mogelijkheid tot vervroegde aflossing. Dit overzicht is de limiet voor de omvang van te vervroegen aflossingen voor dat jaar. Voor 2016 kunnen geen consolidatieleningen vervroegd worden afgelost.
Kredietrisico’s op verstrekte gelden
Onderstaand overzicht geeft de kredietrisico’s op verstrekte gelden weer. Het betreft zowel verstrekte geldleningen als creditposities bij financiële instellingen. Hierbij zijn de uitgezette bedragen per risicogroep aangegeven. In het overzicht zijn de risicogroepen (globaal) gerangschikt naar oplopend risico.
Projectfinanciering Meerstad
In de bovengenoemde tabel is een bedrag opgenomen van 275 miljoen euro ten behoeve van de projectfinanciering Meerstad. Deze leningen zijn in april 2012 verstrekt aan de Grondexploitatiemaatschappij Meerstad C.V. Eerder waren deze leningen opgenomen in het overzicht gewaarborgde geldleningen.