Financiële knelpunten

In onderstaand overzicht staat op een rij voor welke knelpunten aanvullende beleidsmiddelen beschikbaar gesteld moeten worden. Het betreffen knelpunten die niet binnen bestaande budgetten opgelost kunnen worden of waar dit onwenselijke consequenties heeft. We stellen voor deze knelpunten op te lossen door het beschikbaar stellen van extra beleidsmiddelen hiervoor. In het eerste overzicht zijn alle knelpunten opgenomen waarvoor in voorgaande begrotingen middelen zijn gereserveerd. In het volgende overzicht staan alle knelpunten opgenomen die geïnventariseerd zijn bij de begroting 2016. We lichten onder de overzichten alle punten afzonderlijk toe.

1. Intensiveringen coalitieakkoord 2014-2018  
Bij de coalitieonderhandelingen 2014-2018 hebben we een aantal thema’s benoemd waarop we willen intensiveren. Hiervoor stellen we extra middelen beschikbaar. In bovenstaand overzicht zijn die intensiveringsmiddelen opgenomen waarbij voor de jaarschijf 2016 een ander bedrag beschikbaar wordt gesteld ten opzichte van de jaarschijf 2015. Waar mogelijk is bij de inhoudelijke programma’s aangegeven hoe we deze intensiveringen concreet willen invullen.

2. Interne plankosten ZRW, spoorse projecten en andere bereikbaarheidsprojecten
In veel grote projecten, zoals de Aanpak Ring Zuid, de spoorse projecten waaronder de sneltrein Groningen-Leeuwarden (ESGL) en diverse andere infrastructurele projecten, werkt de gemeente samen met andere partijen. Vaak is gemeente niet zelf meer trekker.  Om de inbreng van de gemeente Groningen te kunnen coördineren en het bestuur te kunnen adviseren, moeten er plankosten worden gemaakt. Voor 2016 stellen we voor hiervoor 550 duizend euro beschikbaar te stellen.

3. Groot onderhoud en vervangingen
De komende jaren zijn diverse voorzieningen in de openbare ruimte aan vervanging toe. Of omdat de kosten voor onderhoud in de eindfase te hoog worden, of omdat de voorziening echt ‘op’ is. De onderhoudsbudgetten zijn ontoereikend om deze vervangingsinvesteringen te kunnen plegen. Voor de periode 2015-2017 is geld gereserveerd in de meerjarenbegroting. De structureel benodigde middelen voor de benodigde vervangingsinvesteringen in 2018 bedragen 337 duizend euro.

4. Gladheid gele stenen binnenstad
De gele stenen die in de jaren negentig in de binnenstad zijn gelegd worden steeds gladder. Hierdoor wordt het risico van uitglijden en valpartijen steeds groter. Om dit te verhelpen stellen we voor jaarlijks 170 duizend euro beschikbaar te stellen in de periode 2016 – 2018.

5. Tekort Stadstoezicht
Bij de begroting 2014 is gebleken dat de aannames ten tijde van de oprichting van Stadstoezicht niet reëel zijn geweest. Voor de verwachte tekorten zijn middelen opgenomen in de begroting. Het tekort loopt op tot structureel 620 duizend euro vanaf 2016. Daarnaast is voor de periode 2014-2016 incidenteel 250 duizend euro per jaar extra beschikbaar gesteld voor versterking in de lijn.

6. Regionalisering brandweer
De regionalisering van de brandweer heeft (structurele) financiële consequenties voor de gemeente Groningen. Deze consequenties volgen uit de begroting 2014 van de Veiligheidsregio. In 2015 heeft onze gemeente nog een voordeel door met name een lagere overhead. Maar door de geleidelijke invoering van de nieuwe verdeelsleutel is er vanaf 2016 een nadeel ten opzichte van het jaar 2013.

7. Veiligheidsregio
Onze bijdrage aan de Veiligheidsregio valt hoger uit door een aanpassing in de verdeelsleutel die de Veiligheidsregio gebruikt om de gemeentelijke bijdrage te bepalen en door het vervallen van de compensatie voor loon- en prijsstijging.

8. Stijging proceskostenvergoedingen
Door activiteiten van ‘no cure no pay’-bureaus stijgen de proceskostenvergoedingen. Het doel van deze bureaus is het innen van een zo hoog mogelijke proceskostenvergoeding. Hiervoor wordt het aantal proceshandelingen zoals een bezwaarschrift, deskundigenrapport en hoorzitting zo hoog mogelijk opgevoerd. Dit leidt in 2016 tot een knelpunt. Het Rijk bekijkt of de proceskostenvergoeding naar een redelijker niveau kunnen. Wanneer dit eventueel gaat gebeuren is nog niet bekend. In afwachting van mogelijke maatregelen stellen we voor de kosten in 2016 extra middelen beschikbaar.

9. KCC bezuiniging
Op de KCC ontwikkeling zit een bezuiniging van structureel 660 duizend euro. Deze bezuiniging wordt stapsgewijs gerealiseerd. In 2016 stellen we nog incidenteel 330 duizend euro beschikbaar. Vanaf 2017 wordt de bezuiniging van 660 duizend euro structureel gerealiseerd.

10. Ruil incidenteel structureel
Bij de begroting 2015 hebben we voor de jaarschijf 2015 1,1 miljoen euro aan structurele middelen beschikbaar gesteld om incidentele middelen vrij te spelen (via het activeren van bovenwijkse voorzieningen in lopende grondexploitaties). Deze incidentele middelen gebruiken we voor het verhogen van de weerstandscapaciteit van de grondexploitaties. Voor 2016 is hiervoor een bedrag benodigd van 800 duizend euro structureel.

11. Vernieuwing sociaal domein
Vanaf 2015 zijn we als gemeente verantwoordelijk voor de WMO 2015 en de Jeugdwet. De nieuwe wetten bieden mogelijkheden om ondersteuning beter te organiseren,  maar gaan ook gepaard met forse rijksbezuinigingen. De decentralisaties omvatten zowel transitie van verantwoordelijkheden als transformatie van het zorgsysteem. Dit betekent dat we moeten investeren. Enerzijds om nieuwe taken goed uit te voeren en dat we voldoen aan de nieuwe wetgeving. Anderzijds in de beweging om vanuit sociale wijkteams te gaan werken en een kanteling van het systeem te realiseren waardoor de kosten van duurdere zorg moeten verminderen.  Voor deze innovatie en investering in preventie hebben we in 2015 2,75 miljoen euro beschikbaar gesteld. Voor 2016 willen we 1,55 miljoen euro beschikbaar stellen.

12. Basisadministraties
Het gebruik van de BAG (Basis Administratie Gebouwen) is een wettelijke verplichting. De BAG wordt gebruikt voor interne gemeentelijke afnemers als Belastingen en Onderzoek & Statistiek Groningen en externe gemeentelijke afnemers als het Kadaster, de Belastingdienst en de Kamer van Koophandel). De gemeente heeft te maken met veranderende en strengere landelijke wetgeving op het gebied van de uitvoer van de taken in het kader de BAG. In combinatie met het verder geautomatiseerd laten verlopen van koppelingen tussen systemen leidt dat tot een situatie waarin de gemeente Groningen een aanzienlijke inspanning moet leveren om de gegevens in de BAG op het juiste niveau te krijgen en te houden en op de juiste interactieve manier ter beschikking te stellen. Voor het kunnen voldoen aan de wettelijke taken is in de periode 2015-2017 jaarlijks 600 duizend euro extra benodigd.

13. Frictiekosten bezuinigingen
Ieder bezuinigingstraject op formatie gaat gepaard met frictiekosten, aangezien het tijd kost medewerkers te herplaatsen binnen of buiten de organisatie. Onder frictiekosten verstaan we doorlopende loonkosten inclusief overheadkosten. De frictiekosten voor de periode 2014-2018 hebben we bepaald op 32,7 miljoen euro. Hierbij gaan we uit van de start van herplaatsing op 1 januari 2014 en gemiddelde kosten per fte van 80 duizend euro per jaar. Voor de uitstroom gaan we uit van 35% in het eerste jaar, 75% in het tweede jaar, 90% in het derde jaar en 100% in het vierde jaar.
Bij de begroting 2014 is 13,7 miljoen euro beschikbaar gesteld in 2014, 7,2 miljoen euro in 2015, 7,3 miljoen euro in 2016, 3,4 miljoen euro in 2017 en 1,1 miljoen euro in 2018.
Op basis van de huidige inzichten blijkt dat de eerstkomende jaren minder budget benodigd is voor frictiekosten dan waar in de meerjarenbegroting rekening mee is gehouden. In 2016 laten we daarom 2 miljoen euro vrijvallen, in 2017 1,5 miljoen en in 2018 3 miljoen euro (zie ook Bezuinigingen (dekkingsbronnen)). Indien noodzakelijk vullen we dit in latere jaren weer aan.

14. Versterking weerstandsvermogen
Bij de begroting 2015 zijn voor 2015 en 2016 bedragen gereserveerd voor versterking van het weerstandsvermogen. Dit als gevolg van het afboeken op Meerstad en bedrijventerreinen, het verhogen van de weerstandscapaciteit van lopende grondexploitaties en het risico op de Wet BUIG. Voor de jaarschijf 2016 is hiervoor een bedrag opgenomen van 14,4 miljoen euro

In het volgende overzicht staan alle knelpunten opgenomen die geïnventariseerd zijn bij de begroting 2016.

15. Vernieuwing Sociaal Domein (VSD)
Programmakosten
In de begroting van het VSD zijn programmakosten opgenomen voor 2016 en 2017. Dit betreft onder andere de inzet van managers, beleids- en financiële functies en een budget onvoorzien. In 2016 en 2017 stellen we hiervoor jaarlijks 600 duizend euro beschikbaar. In 2018 en 2019 moeten deze extra uitgaven ‘terugverdiend’ worden door een verlaging van de zorgkosten. De extra middelen in 2016 worden voorgefinancierd uit de algemene egalisatie reserve. In 2017 worden deze middelen weer toegevoegd aan de algemene egalisatie reserve.

Daling macrobudget door rijkskorting regionaal transitiearrangement
Conform de afspraken in het Regionaal Transitie Arrangement (RTA)-Jeugd is er een daling van het beschikbare budget voor uitvoeringskosten ten gevolg van aanpassing percentage van 3% naar 2,5%. Ook het  percentage voor  versterking voorliggend veld (innovatiegeld) is conform afspraak in het RTA gedaald.  Voorts daalt het macro budget voor jeugdzorg door de Rijkskorting 2016 ook waardoor het basisbedrag dat gebruikt wordt voor de berekening van de budgetten ook daalt.  Het effect van beide ontwikkelingen is ongeveer 500 duizend euro. Wij stellen voor de verlaging van het budget voor uitvoeringskosten te compenseren door 250 duizend euro beschikbaar te stellen. De daling van het budget voor versterking voorliggend veld wordt doorgegeven aan de sector, waardoor het beschikbaar budget met 250 duizend euro daalt.

Toegang Jeugd
In 2014 hebben we aan de hand van een groot aantal aannames de toegang jeugd op papier vormgegeven. De praktijk in 2015 is anders: de processen zijn nog onvoldoende uitgelijnd en afgestemd; de caseload die mee overkwam van de toegangsmedewerkers is hoog; de capaciteit vanuit de tweede lijn is nog onvoldoende beschikbaar in de Centra voor Jeugd en Gezin. Daarnaast is er  de PGB problematiek en ziekteverzuim. Al met al betekent dit  dat er behoorlijk extra capaciteit en middelen moeten worden ingezet in de Toegang. Dit is noodzakelijk omdat er anders teveel casuïstiek blijft liggen. Tegelijkertijd moeten we bouwen aan de noodzaak van het anders werken in de toegang en basisondersteuning. Dit om de beweging van de achterkant naar de voorkant te realiseren en vorm te geven aan de regiefunctie. Om dit alles te realiseren stellen we in 2016 700 duizend euro beschikbaar. Net als bij de programmakosten moet dit bedrag in 2018 worden terugverdiend door lagere zorgkosten. De extra middelen in 2016 worden voorgefinancierd uit de algemene egalisatie reserve, in 2017 worden deze middelen weer toegevoegd aan de algemene reserve.

16. Invoering Vennootschapsbelasting Overheden met ingang van 2016
De wet op de Modernisering VpB-plicht overheidsondernemingen wordt van kracht per 1 januari 2016. Dit betekent dat de gemeente Groningen vanaf het boekjaar 2016 VpB-plichtig zal worden voor resultaten uit overheidsondernemingsactiviteiten. De eerste aangifte zal in 2017 moeten worden gedaan over het kalenderjaar 2016. Ter voorbereiding op de invoering van de VpB-plicht is sinds eind 2014 een programmamanager aangesteld met als opdracht de voorbereiding van de implementatie van de nieuwe wet voor de gemeente. Bij de jaarrekening 2014 is besloten om 700 duizend euro beschikbaar te stellen voor incidentele kosten in 2015 en begin 2016. Voor het vervolg van de invoering zijn structureel extra middelen benodigd. Op grond van ervaringscijfers bij de invoering van de VpB-plicht voor woningcorporaties gaan we vooralsnog uit van een structureel benodigde capaciteitsuitbreiding van 5 fte en een budget voor inhuur van externe fiscale deskundigheid. In 2016 is een bedrag benodigd van 375 duizend euro, vanaf 2017 structureel 450 duizend euro.
In het eerst half jaar is onderzocht welke mogelijke activiteiten voldoen aan de criteria voor de belastingplicht en in de periode augustus-december wordt de impact van de vennootschapsbelasting op deze activiteiten nader geanalyseerd. Op dit moment is nog geen indicatie te geven van de omvang van eventueel verschuldigde VpB over gerealiseerde resultaten uit ondernemingsactiviteiten. Naar verwachting zal eind 2015 of begin 2016 hierover meer duidelijkheid ontstaan. In de begroting 2016 hebben we hiervoor een risico opgenomen.

17. Bijdrage Veiligheidsregio Uit de begroting 2016 van de Veiligheidsregio volgt de gemeentelijke bijdrage aan de veiligheidsregio. Uit de begroting blijkt de bijdrage van de gemeente Groningen te stijgen met 219 duizend euro in 2016. De hoogte van de bijdrage wordt bepaald door de hoogte van de bijdrage voor Openbare Orde en Veiligheid (OOV) in het Gemeentefonds. Deze bijdrage in het gemeentefonds is herzien via het groot onderhoud wat is gepleegd aan het gemeentefonds. De effecten hiervan voor de gemeentelijke bijdrage aan de Veiligheidsregio zijn op dit moment nog niet bekend.

18. Huisvesting Veiligheidsregio Bij de vorming van de Veiligheidsregio Groningen (per 1-1-2014) is de huisvesting buiten de samenwerkingsovereenkomst gehouden omdat er te veel onduidelijkheid was over kosten, onderhoudstoestand en gewenste situatie. Op basis van te verwachten besluitvorming  door het bestuur van de Veiligheidsregio in oktober 2015 worden in 2016 de gemeentelijke panden verkocht aan de Veiligheidsregio en betaalt de Gemeente Groningen vanaf 2065 een bijdrage voor de huisvesting. Dit levert een afwijking op ten opzichte van de huidige huisvestings bedragen opgenomen in de begroting. In 2016 is onze bijdrage 326 duizend euro hoger, in 2017 535 duizend euro en in 2018 642 duizend euro.
De hoogte van de bijdrage wordt naast de lasten voor onderhoud mede bepaald door dezelfde verdeelsleutel als genoemd bij de bijdrage Veiligheidsregio, namelijk de hoogte van de bijdrage voor Openbare Orde en Veiligheid (OOV) in het Gemeentefonds. De vermelde herziening van de bijdrage voor OOV in het gemeentefonds heeft mogelijk ook consequenties voor de hoogte van de gemeentelijke bijdrage in 2016 en verder, maar dit effect is op dit moment nog niet bekend.

19. Financiering Bbz
Per 1 januari 2013 is de financieringssystematiek van het besluit bijstand zelfstandigen (Bbz) gewijzigd. Het betreft een wijziging waardoor gemeenten worden gestimuleerd om beter debiteurenbeheer op verstrekt bedrijfskapitaal te voeren. De baten van gemeenten zijn genormeerd op basis van een landelijk gemiddeld percentage. Gemeenten die niet aan deze norm kunnen voldoen worden belast met het verschil tussen de genormeerde baten en de werkelijke baten. Wij verwachten ook voor 2016 nog niet te kunnen voldoen aan de gestelde norm en hebben daardoor een tekort van 280 duizend euro. Na 2016 vervalt dit knelpunt omdat voor de jaren daarna de norm opnieuw wordt bepaald wat zal leiden tot een aanpassing van het tekort.

20. Budget rekenkamercommissie
In april 2015 is door uw raad  besloten het budget van de rekenkamercommissie vanaf 2016 structureel te verhogen met structureel 30 duizend euro.

21. Extra middelen voor onderwijshuisvesting a.g.v. decentralisatie middelen
Met ingang van 1 januari 2015 is buitenonderhoud van scholen gedecentraliseerd naar schoolbesturen. Hierdoor is de uitkering uit het gemeentefonds  verlaagd voor het onderwijsdeel met circa 2,1 miljoen euro. De gemeentelijke lasten dalen als gevolg hiervan met circa 1,7 miljoen euro. Deze beweging heeft een nadelig effect op het budget onderwijshuisvesting van structureel 400 duizend euro. Om de huidige kwaliteit van de onderwijshuisvesting te kunnen blijven handhaven stellen we structureel 400 duizend euro beschikbaar aan extra beleidsmiddelen.

22. Digitaal controleren eigen WOZ-waarde
Eind 2014 is in de wijken Helpman, Oranjebuurt en Herewegbuurt onder de naam ‘Controleer uw WOZ-waarde’ een proef gehouden waarbij particuliere woningeigenaren betrokken werden bij de vaststelling van de WOZ-waarde van hun woning. De proef is geëvalueerd en de conclusie is dat de proef succesvol is geweest. Daarom wordt voorgesteld om ‘Controleer uw WOZ-waarde’ in 2016 in de hele stad in te voeren. Door eigenaren vooraf te betrekken bij het bepalen van de WOZ-waarde, wordt de WOZ-waarde transparanter en wordt het draagvlak daarvoor vergroot. Op termijn moet dit leiden tot minder bezwaarschriften. De extra kosten bedragen in 2016 naar verwachting 165 duizend euro. Deze kosten zijn voor een deel incidenteel doordat in 2016 een grote groep woningeigenaren voor het eerst gebruik kan maken van deze werkwijze. Vanaf 2017 verwachten we een daling van het aantal meldingen, waardoor vanaf 2017 structureel 80 duizend euro extra benodigd is.

23. Uitbreiding capaciteit team OOV
Uit landelijke benchmarks blijkt dat de gemeente Groningen over een relatief klein team beschikt dat zich bezig houdt met taken op het gebied van openbare orde en veiligheid (OOV). Veel tijd gaat zitten in uitvoerende taken wat ten koste gaat van voortgang in dossiers, er zaken blijven liggen en er te weinig tijd is voor nieuwe thema’s. We stellen middelen beschikbaar om het team structureel uit te breiden met 2 fte (structureel 200 duizend euro vanaf 2016). Deze uitbreiding komt ten goede aan beleidsinzet, versterking van de externe samenwerking, stevige sturing op het veiligheidsprogramma (inclusief monitoring) en aan een aantal nieuwe thema’s.

24. Screening klantenbestand WWB
Uw raad heeft in november 2013 de motie ‘Weten waar de kwaliteiten liggen’ aangenomen. Uw raad vraagt ons college om het arbeidspotentieel van de klanten met een Wwb uitkering in kaart te brengen en dit digitaal beschikbaar te maken voor werkgevers. De zogenoemde “grote caseload” bestaat naar schatting uit 7.000 klanten. In onze collegebrief die in het najaar van 2014 naar uw raad is gestuurd, staat dat we in 2015 doorgaan met de screening op doelmatigheid en dat we nog komen met een plan van aanpak en tijdspad. We willen dit onderzoek graag verbreden en behalve naar werk ook kijken of mensen de mogelijkheden hebben om op een andere manier maatschappelijk actief te worden. Ook willen we graag in beeld brengen of en op welke manier mensen al maatschappelijk actief zijn. Dit past in de manier waarop we uitvoering willen geven aan de Participatiewet en de gewenste brede participatieaanpak die is toegezegd bij de nota “Invoering van de Participatiewet in de gemeente Groningen”. De aanpak heeft een doorlooptijd van 3 jaar en kost in totaal 2,3 miljoen euro. Voor 1,9 miljoen euro dekken we dit uit het participatiebudget. Voor het restant van 400 duizend euro stellen we in 2016 extra beleidsmiddelen beschikbaar.

25. Onderhoud Papiermolen
De Papiermolen moet worden gerenoveerd. De coating moet in zijn geheel worden vervangen, de chloortanks voldoen niet meer aan de wettelijke vereisten en de installaties zijn toe aan vervanging.
Deels wordt geïnvesteerd in duurzaamheidsmaatregelen die worden gedekt door lagere energielasten (middels de Gresco). Resteert een investering van 1,65 miljoen euro. Hiervoor is  structureel 131 duizend euro nodig voor dekking van de kapitaallasten.

26. Continuering spaarregeling ringwegen na 2016
Tot nu toe sparen stad en provincie samen voor de verbetering van de Noordelijke, Oostelijke en Westelijke Ringweg, in de verhouding 2/7 stad en 5/7 provincie. De gemeentelijke bijdrage dekken we met een structurele bijdrage van 454 duizend euro in de begroting. Deze bijdrage wordt verdubbeld met een subsidiebijdrage uit de BDU. Samen is dat 2/7 deel. Onze dekking stopt na 2016. De provincie heeft aangeboden dat als de stad de spaarregeling ook na 2016 voortzet, de provincie bereid is deze regeling uit te breiden met de rechtstreekse ontsluiting vanaf de Oostelijke ringweg via de Oosterhamrikzone (waar de stad al geruime tijd aan werkt) én de nieuwe zuidelijke ontsluiting van het stationsgebied.
Bij de jaarrekening 2014 is besloten om 454 duizend euro te reserveren voor onze bijdrage in 2017. We reserveren nu voorlopig onze bijdrage vanaf 2018. Voorlopig, omdat de afspraken met de provincie nog nader moeten worden uitgewerkt.

27. Grexen (OZB)
De OZB-lasten zijn op dit moment in de diverse grondexploitaties niet begroot. Afgelopen jaren zijn deze lasten ieder jaar incidenteel opgelost. Nu bijna alle grondexploitaties rond een budgettair neutraal niveau (op eindwaarde) zitten, leidt de OZB-aanslag waarschijnlijk tot een tekort. Om dit te voorkomen stellen we structureel 400 duizend euro beschikbaar. Daarnaast moet bij de opstelling van toekomstige grexen vanaf het begin rekening worden gehouden met OZB-lasten.

28. Verwacht negatief worden egalisatie reserve nominale compensatie instellingen
De loon- en prijscompensatie mutaties worden conform het gemeentelijk accres doorgegeven aan gesubsidieerde instellingen. De gedachte hierachter is dat ook de lasten van instellingen meebewegen met onze eigen loon- en inkoopkosten. De systematiek voor het doorgeven van het accres aan gesubsidieerde instellingen is in 2012 door uw raad vastgesteld. Kern van dat besluit is dat structurele subsidies worden geïndexeerd volgens de T-2 systematiek (de compensatie wordt met 2 jaar vertraging doorgegeven). De tussenliggende jaren worden verrekend met een daarvoor ingestelde egalisatiereserve. Daarmee wordt voorkomen dat instellingen meerdere keren per jaar worden geconfronteerd met aanpassing van de toegezegde subsidies door de gemeente.

De gemeentelijke loon- en prijscompensatie voor 2015 is naar beneden toe bijgesteld, voornamelijk als gevolg van het afgesloten pensioenakkoord in 2014. Dit akkoord leidt tot lagere pensioenpremies, waardoor een lager bedrag aan nominale compensatie benodigd is. Conform de T-2 systematiek wordt deze mutatie in 2015 en 2016 verrekend met de daarvoor bestemde reserve. De reserve is echter van onvoldoende omvang om deze verrekening te kunnen opvangen. Conform het BBV is een negatieve reserve niet toegestaan. Het verwachte tekort in 2016 bedraagt per saldo 105 duizend euro. Dit bedrag dekken we uit de algemene middelen. Bij de voorjaarsbrief 2015 was dit tekort becijferd op 1,4 miljoen euro. Als gevolg van de herberekening van de nominale compensatie (zie financieel meerjarenbeeld) en geactualiseerde informatie vanuit het CPB over de prijsontwikkeling in 2014 en 2015 komt het verwachte tekort in de reserve uit op 105 duizend euro.

29. Tekort tarief inkomsten WSR
In maart 2015 hebben we besloten vanaf het seizoen 2015/2016 te stoppen met het subsidiëren van verenigingen voor de huur van gemeentelijke sportaccommodaties. Deze maatregel wordt voor verenigingen in het seizoen 2015/2016 op een kostenneutrale wijze uitgevoerd. Dat wil zeggen dat verenigingen vanaf 1 augustus 2015 een verlaagd tarief voor de huur van accommodaties betalen. Er is een tekort op het subsidiebudget doordat er in het verleden geen subsidieplafond is vastgesteld. Het totaal aan te verstrekken subsidies bleef echter wel stijgen door de toename van de vraag naar sportaccommodaties (de hoogte van de subsidie was gekoppeld aan de vraag naar accommodaties). Dit levert in 2016 een verwacht tekort op van 270 duizend euro. We stellen hiervoor in 2016 270 duizend euro extra beleidsmiddelen beschikbaar. In de loop van 2015 wordt in overleg met de sportverenigingen gewerkt aan een voorstel voor de financiering van verenigingssport. In dit voorstel werken we een oplossing uit voor het tekort vanaf 2017.

30. Uitvoeren wettelijke taken dierennoodhulp
De gemeente heeft een aantal wettelijke taken voor het opvangen van gevonden zwerfdieren. De afgelopen jaren hebben we deze taken laten uitvoeren door organisaties die voornamelijk bestaan uit vrijwilligers. Onze wettelijke taken willen we meer professioneel en toekomstgericht oppakken. Hierbij willen we ook aandacht besteden aan voorlichting en preventie. Dit willen we doen door het introduceren van het basisarrangement dierennoodhulp. Hierbij sluiten we een contract af met de Dierenbescherming. Daarmee is de uitvoering van al onze wettelijke taken voor dierennoodhulp geborgd. De extra kosten die we moeten maken om op het wettelijk vereiste niveau te komen bedragen structureel 60 duizend euro per jaar.

31. Transitie Maatschappelijk vastgoed Beijum
In Beijum Oost is een nieuwbouwplan ontwikkeld waarvan ook een Derdengebouw deel uitmaakt. De gedachte is om in dit Derdengebouw op de begane grond wijkfuncties onder te brengen met erboven woningen. Het Derdengebouw dat door Patrimonium ontwikkeld gaat worden is een uitstekende plek voor het WIJ -team Beijum in combinatie met een nieuw Multifunctioneel Buurtcentrum. Deze ontwikkeling is een kans om de ontwikkeling van het kwetsbare Beijum-Oost een essentiele impuls te geven en versnippering van functies in de wijk te voorkomen. Het project kan echter niet gerealiseerd worden zonder tijdelijke herhuisvesting van het WIJ Team. Voorgesteld wordt in 2016 600 duizend euro beschikbaar te stellen voor verplaatsing en tijdelijke huisvesting van het WIJ team Beijum.

32. Voormalige ID banen
Bij de begroting 2015 is besloten 500 duizend euro te reserveren voor de jaren 2015 en 2016 voor de inzet van (gesubsidieerde) maatschappelijke banen. Het moest hierbij gaan om banen waarvan is vastgesteld dat deze samenhangen met activiteiten die door bewoners in de wijken als waardevol zijn aangemerkt. Deze banen dragen bij aan het in stand houden van een basis voorzieningenniveau aan sociaal-maatschappelijke infrastructuur in de wijken. De komende jaren zetten we verder in op wijk- en gebiedsgericht werken. Daarom is het van belang dat er voldoende capaciteit blijft (kritische massa). Vanaf 2016 stellen we daarom structureel 200 duizend euro extra beschikbaar uit de algemene middelen en gaan we jaarlijks 200 duizend euro beschikbaar stellen uit het budget voor gebiedsgericht werken.

33. Transitievergoeding bij ontslag voor SW medewerkers
Per 1 juli 2015 is de transitievergoeding in werking getreden. Deze vergoeding komt in de plaats van de ontslagvergoeding en is bestemd voor (om)scholing en begeleiding van de werknemer die ontslagen is. Werknemers ontvangen een transitievergoeding als de dienstbetrekking eindigt door ontslag na toestemming van UWV, door de kantonrechter of middels wederzijds goedvinden. Ook is de transitievergoeding beschikbaar als een tijdelijk contract eindigt en de werkgever niet verlengt. Voor werknemers in de SW-branche wordt geen uitzondering gemaakt. Op basis van een indicatieve berekening over geheel 2014 ramen we hiervoor een bedrag van 400 duizend euro. In 2016 en 2017 stellen we hiervoor extra middelen beschikbaar. Vanaf 2018 dekken we deze lasten uit het participatiebudget.

34. Verhogen reserve Wmo
Naar aanleiding van de meicirculaire gemeentefonds 2015 is onderzocht of de middelen die beschikbaar zijn binnen de VSD toereikend zijn. Op basis van deze actualisatie is berekend dat er aanvullende middelen noodzakelijk zijn. De bestaande lijn is dat kortingen doorgegeven worden aan de sector. We zien dat deze lijn in 2016 tot een knelpunt kan leiden. Daarom wordt de reserve WMO voor 2016 verhoogd met 1,8 miljoen euro. In 2017 wordt de reserve Wmo verder aangevuld met 1,350 miljoen euro voor een verdere versterking van het weerstandsvermogen vanwege risico’s binnen het sociale domein, en specifiek bij de sociale teams. Gedurende 2016 kijken we of het weerstandsvermogen op het onderdeel VSD voldoende is. Zo nodig worden voor de begroting 2017 aanvullende middelen beschikbaar gesteld. Dit wordt meegenomen bij de begroting 2017.

35. Inkomstenderving leges Publiekszaken/ Burgerzaken
Bij de begroting 2015 is incidenteel 550 duizend euro beschikbaar gesteld in 2015 ter compensatie van de inkomstenderving die ontstaat door onder meer het vervallen van de vermissingsleges en het landelijk maximumtarief voor rijbewijzen. In 2016 kan deze inkomstenderving niet op een andere wijze opgevangen worden. Voor 2017 en verder wordt bekeken of de werkwijze efficiënter kan worden ingericht of dat andere maatregelen noodzakelijk zijn.  

36. Veiligheidsgelden 2016
Op dit moment is er sprake van een bijdrage vanuit de veiligheidsgelden aan verschillende instellingen. Deze bijdrage maakt dat er beperkt ruimte overblijft voor het financieren van nieuwe activiteiten en opspelende thema’s binnen het veiligheidsdomein zelf (zoals evenementen, radicalisering en wijkveiligheid). Andere prioriteitstelling binnen het veiligheidsbeleid leidt tot een knelpunt van 200 duizend euro in 2016 waarvoor we extra beleidsmiddelen beschikbaar stellen.

37. Actualisatie tekort WIMP
Op het terrein van de SW uitvoering doet zich een aantal ontwikkelingen voor die leiden tot een tekort. De eerder geraamde omzetdaling is groter dan verwacht (nadeel 653 duizend euro). Daarnaast is er een bedrijfsvoeringstekort van 672 duizend euro. Het participatiebudget biedt onvoldoende dekking voor deze tekorten doordat dit budget wordt belast met het subsidietekort dat met 438 duizend euro toeneemt en in totaal 7,238 miljoen euro bedraagt. We stellen vanaf 2016 structureel 1,325 miljoen euro beschikbaar om het tekort als gevolg van omzetdaling en het bedrijfsvoeringstekort af te dekken.

38. Geothermie
We stellen voor het project Geothermie en Warmtenet Noordwest door te zetten. We worden als aandeelhouder mede-eigenaar van de onderneming Warmtenet Noordwest BV om daarmee de zeggenschap en regie over de onderneming te verkrijgen. De inbreng bedraagt incidenteel circa 5 miljoen euro, omgerekend 150 duizend euro structureel. Daarnaast dient het weerstandsvermogen te worden aangevuld omdat de gemeente deelneemt aan deze projectonderneming. In eerste instantie wordt rekening gehouden met een risico van 1 miljoen euro. Na verloop van tijd gaat de onderneming winst uitkeren (dividend), waardoor de structurele last omlaag gaat.

39 Financiering gebiedsgericht werken
Het college heeft voor de jaarschijven 2016, 2017, 2018 en 2019 incidenteel 1 miljoen euro beschikbaar gesteld om het gebiedsgericht werken een impuls te geven.
Een nadere toelichting op het gebiedsgericht werken wordt gegeven in de paragraaf ‘Gebiedsgericht werken’.

40. Beheer sociaal culturele accommodaties
Een viertal Multi functionele centra (MFC’s) hebben op basis van de accommodatienota een korting op hun subsidie gekregen omdat het beheer niet werd ingekocht bij WerkPro. Het accommodatiebeleid is vernieuwd en daarmee is de grondslag voor de korting vervallen. We laten de korting vervallen. Dit levert een structureel nadeel op van 70 duizend euro vanaf 2016.  

41. Beheer en onderhoud extra kleedkamers
In de kadernota’s “Sport op Orde” en “Sport in Beeld” zijn de achterstanden in beheer en onderhoud van de bestaande sportaccommodaties geïnventariseerd en opgelost en is structurele financiering voor het op orde houden van de bestaande accommodaties geregeld. Sindsdien (2008) zijn er in de Stad 15 extra kleedkamers gerealiseerd op de sportparken. Voor die kleedkamers zijn extra investeringsmiddelen beschikbaar gesteld, maar zijn geen extra middelen beschikbaar gesteld voor de kosten voor onderhoud en beheer van deze accommodaties. Deze kosten zijn niet meer op te vangen binnen de bestaande exploitatie. In de gemeentebegroting is een budget areaaluitbreiding voor Onderwijs, Sport en Welzijnsaccommodaties (OSW) opgenomen. Het is bedoeld voor het opvangen van de exploitatielasten van extra voorzieningen in de stad, waaronder de sport accommodaties. Dit budget is de afgelopen jaren ingezet voor de bezuinigingen. In 2016 laten we dit budget weer vrijvallen in de algemene middelen (zie het hoofdstuk ‘Dekkingsmogelijkheden). Een deel van deze vrijval zetten we vanaf 2016 in voor hieraan gelieerde knelpunten, zoals het beheer van de extra kleedkamers. We stellen hiervoor structureel 34 duizend euro beschikbaar.

42. Extra kleedkamers sportpark Corpus Den Hoorn
Op sportpark Corpus Den Hoorn zijn minder kleedkamers dan de norm voorschrijft. Er dienen vier kleedkamers bij te komen. Daarnaast dienen de kleedkamers te zijn voorzien van lockers. De kosten voor de vier extra kleedkamers (inclusief beheer en onderhoud) bedragen structureel  44 duizend euro per jaar vanaf 2016.

43.Bouw sportcentrum Europapark
We onderzoeken samen met het Noorderpoortcollege de mogelijkheden van de realisatie van een sportcentrum op het Europapark. Het sportcentrum wordt de vervanger van de verouderde sporthal De Wijert in het kader van de sportcarrousel. Tegelijkertijd realiseert het Noorderpoort met de bouw hun doelstellingen op het gebied van sport(onderwijs). Onderdeel van het sportcentrum is een topsport accommodatie voor de turnsport. Er komen ook buitensportvoorzieningen voor het Noorderpoortcollege. We reserveren aanvullend structureel 300 duizend euro per jaar vanaf 2016. Een definitief voorstel voor invulling van de bouw van het sportcentrum volgt.

44. Beheer extra gymzalen
In de kadernota’s “Sport op Orde” en “Sport in Beeld” zijn de achterstanden in beheer en onderhoud van de bestaande sportaccommodaties geïnventariseerd en opgelost en is structurele financiering voor het op orde houden van de bestaande accommodaties geregeld. Sindsdien (2008) zijn er in de Stad 5 extra gymzalen gerealiseerd. Voor die gymzalen zijn extra investeringsmiddelen beschikbaar gesteld, maar geen extra middelen voor de kosten van onderhoud en beheer. Deze kosten zijn niet meer op te vangen binnen de bestaande exploitatie. We stellen hiervoor structureel 95 duizend euro per jaar beschikbaar vanaf 2016.

45. Grenscorrectie Meerstad
We zijn in overleg met de gemeente Slochteren over een grenscorrectie in het gebied Meerstad. Een ontwerpvoorstel hiertoe wordt  zo mogelijk in november 2015 in beide raden besproken. Het definitieve besluit wordt dan eventueel uiterlijk in maart 2016 door beide raden genomen. In 2016 worden incidentele kosten (communicatiewerkzaamheden, inrichting systemen bij burgerzaken, e.d.) gemaakt om een eventuele overdracht van het gebied naar de gemeente Groningen te regelen. De kosten hiervan bedragen naar verwachting 150 duizend euro.   

46. Flexteams/BORG
De flexteams worden ingezet op die plekken in de stad waar extra aandacht nodig is voor het onderhoud van de openbare ruimte zodat wordt voldaan aan de gestelde kwaliteitseisen. Voorgesteld wordt om in 2016 incidenteel 150 duizend euro extra beschikbaar te stellen voor de aanpak van calamiteiten.

47. Aanvulling reserve grondzaken
Vanwege de risico’s als gevolg van invoering van de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen wordt de reserve grondzaken aangevuld met 1 miljoen euro in 2016.

48. Aanvulling weerstandsvermogen
Voor de langere termijn streven we naar een ratio van het weerstandsvermogen van 1.0. Om het weerstandsvermogen te versterken wordt dit aangevuld met 829 duizend euro in 2016, 2,02 miljoen euro in 2017, 3,058 miljoen euro in 2018 en 1,848 miljoen in 2019.