Welzijn, gezondheid, zorg en vernieuwing sociaal domein

Vernieuwing sociaal domein
Vanaf 2015 zijn we als gemeente verantwoordelijk voor de WMO 2015 en de Jeugdwet. De nieuwe wetten bieden mogelijkheden om ondersteuning beter te organiseren,  maar gaan ook gepaard met forse rijksbezuinigingen. De decentralisaties omvatten zowel transitie van verantwoordelijkheden als transformatie van het zorgsysteem. Dit betekent dat we moeten investeren. Enerzijds om nieuwe taken goed uit te voeren en dat we voldoen aan de nieuwe wetgeving. Anderzijds in de beweging om vanuit sociale wijkteams te gaan werken en een kanteling van het systeem te realiseren waardoor de kosten van duurdere zorg moeten verminderen.  Voor deze innovatie en investering in preventie hebben we in 2015 2,75 miljoen euro beschikbaar gesteld. Voor 2016 willen we 1,55 miljoen euro beschikbaar stellen.

Verwacht negatief worden egalisatie reserve nominale compensatie instellingen
De loon- en prijscompensatie mutaties worden conform het gemeentelijk accres doorgegeven aan gesubsidieerde instellingen. De gedachte hierachter is dat ook de lasten van instellingen meebewegen met onze eigen loon- en inkoopkosten.
De systematiek voor het doorgeven van het accres aan gesubsidieerde instellingen is in 2012 door uw raad vastgesteld. Kern van dat besluit is dat structurele subsidies worden geïndexeerd volgens de T-2 systematiek (de compensatie wordt met 2 jaar vertraging doorgegeven). De tussenliggende jaren worden verrekend met een daarvoor ingestelde egalisatiereserve. Daarmee wordt voorkomen dat instellingen meerdere keren per jaar worden geconfronteerd met aanpassing van de toegezegde subsidies door de gemeente.

De gemeentelijke loon- en prijscompensatie voor 2015 is naar beneden toe bijgesteld, voornamelijk als gevolg van het afgesloten pensioenakkoord in 2014. Dit akkoord leidt tot lagere pensioenpremies, waardoor een lager bedrag aan nominale compensatie benodigd is. Conform de T-2 systematiek wordt deze mutatie in 2015 en 2016 verrekend met de daarvoor bestemde reserve. De reserve is echter van onvoldoende omvang om deze verrekening te kunnen opvangen. Conform het BBV is een negatieve reserve niet toegestaan. Het verwachte tekort in 2016 bedraagt per saldo 105 duizend euro*. Dit bedrag dekken we uit de algemene middelen.

*Bij de voorjaarsbrief 2015 was dit tekort becijferd op 1,4 miljoen euro. Als gevolg van de herberekening van de nominale compensatie (zie onderdeel 2 in de toelichting op het financieel meerjarenbeeld) en geactualiseerde informatie vanuit het CPB over de prijsontwikkeling in 2014 en 2015 komt het verwachte tekort in de reserve uit op 105 duizend euro.  

Vernieuwing Sociaal Domein
Programmakosten
In de begroting van het VSD zijn programmakosten opgenomen voor 2016 en 2017. Dit betreft onder andere de inzet van managers, beleid en financiële-functies en een budget onvoorzien. In 2016 en 2017 stellen we hiervoor jaarlijks 600 duizend euro beschikbaar. In 2018 en 2019 moeten deze extra uitgaven ‘terugverdiend’ worden door een verlaging van de zorgkosten. De extra middelen in 2016 worden voorgefinancierd uit de algemene egalisatie reserve. In 2017 worden deze middelen weer toegevoegd aan de algemene egalisatie reserve.

Daling macrobudget door rijkskorting regionaal transitiearrangement
Conform de afspraken in het Regionaal Transitie Arrangement (RTA)-Jeugd is er een daling van het beschikbare budget voor uitvoeringskosten ten gevolg van aanpassing percentage van 3% naar 2,5%. Ook het  percentage voor  versterking voorliggend veld (innovatiegeld) is conform afspraak in het RTA gedaald.  Voorts daalt het macro budget voor jeugdzorg door de Rijkskorting 2016 ook waardoor het basisbedrag dat gebruikt wordt voor de berekening van de budgetten ook daalt.  Het effect van beide ontwikkelingen is ongeveer 500 duizend euro. Wij stellen voor de verlaging van het budget voor uitvoeringskosten te compenseren door 250 duizend euro beschikbaar te stellen. De daling van het budget voor versterking voorliggend veld wordt doorgegeven aan de sector, waardoor het beschikbaar budget met 250 duizend euro daalt.

Toegang Jeugd
In 2014 hebben we aan de hand van een groot aantal aannames de toegang jeugd op papier vormgegeven. De praktijk in 2015 is anders: de processen zijn nog onvoldoende uitgelijnd en afgestemd; de caseload die mee overkwam van de toegangsmedewerkers is hoog; de capaciteit vanuit de tweede lijn is nog onvoldoende beschikbaar in de Centra voor Jeugd en Gezin. Daarnaast is er  de PGB problematiek en ziekteverzuim. Al met al betekent dit  dat er behoorlijk extra capaciteit en middelen moeten worden ingezet in de Toegang. Dit is noodzakelijk omdat er anders teveel casuïstiek blijft liggen. Tegelijkertijd moeten we bouwen aan de noodzaak van het anders werken in de toegang en basisondersteuning. Dit om de beweging van de achterkant naar de voorkant te realiseren en vorm te geven aan de regiefunctie. Om dit alles te realiseren stellen we in 2016 700 duizend euro beschikbaar. Net als bij de programmakosten moet dit bedrag in 2018 worden terugverdiend door lagere zorgkosten. De extra middelen in 2016 worden voorgefinancierd uit de algemene egalisatie reserve, in 2017 worden deze middelen weer toegevoegd aan de algemene reserve.

Verhogen reserve Wmo
Naar aanleiding van de meicirculaire gemeentefonds 2015 is onderzocht of de middelen die beschikbaar zijn binnen de VSD toereikend zijn. Op basis van deze actualisatie is berekend dat er aanvullende middelen noodzakelijk zijn. De bestaande lijn is dat kortingen doorgegeven worden aan de sector. We zien dat deze lijn in 2016 tot een knelpunt kan leiden. Daarom wordt de reserve WMO voor 2016 verhoogd met 1,8 miljoen euro. Gedurende 2016 kijken we of het weerstandsvermogen op het onderdeel VSD voldoende is. Zo nodig worden voor de begroting 2017 aanvullende middelen beschikbaar gesteld. Dit wordt meegenomen bij de begroting 2017.

Beheer sociaal culturele accommodaties

Een viertal Multifunctionele Centra (MFC’s) hebben op basis van de accommodatienota een korting op hun subsidie gekregen omdat het beheer niet werd ingekocht bij WerkPro. Het accommodatiebeleid is vernieuwd en daarmee is de grondslag voor de korting vervallen. We laten de korting vervallen. Dit levert een structureel nadeel op van 70 duizend euro vanaf 2016.